Blog

14-05-2016 16:57

Dag 44: 14-05-2016

Gisteravond zijn wij een hele tijd bezig geweest om onze terugreis te regelen. Blijkt dat hier in Spanje het spontaan reizen bijna onmogelijk is. Je moet alles van te voren boeken, zelfs een gewone bus die buiten de stadsgrenzen gaat. Op zondag rijdt hier maar een trein van Santiago naar Bilbao en die bleek al volgeboekt. Wij moesten overgaan op de bus en daar bleken voor zondag nog 3 plaatsen beschikbaar, dus hebben wij dat maar snel geboekt. De vlucht naar Brussel vertrekt op maandag omstreeks 15.00 uur vanuit Bilbao. In Brussel zullen wij door Mark worden opgehaald. Met goede hulp van de receptionist hier in het hotel is alles gelukkig nog goed gekomen.

Vanmorgen zijn wij met de bus via Muxia naar Fisterra (Galicisch voor Finisterre) gegaan. Het was erg mistig onderweg en dus zijn wij blij dat we niet met de fiets zijn gegaan. Het is inderdaad zoals al in de reisgids stond vermeld erg gevaarlijk langs de weg naar Finisterre. Het eerst kwamen wij in Muxia. Wij werden tot buiten het dorp gebracht aan de kust. Daar waren alleen rotsen, een kerk en een monument. Muxia is bekend van de ramp met de olietanker “Prestige” die in november 2002 hier is gezonken en toen heel veel olie heeft verloren. Het monument dat hier staat is ter gedachtenis aan die ramp. Hier staat ook de Santuario da Virxe da Barca de kerk van de vissers in het dorp. Kleine replica’s van de vissersboten zijn aan de muren en bogen in de kerk opgehangen om de vissers tegen onheil te beschermen. In de baai waren twee duikers bezig met het oogsten van schelpdieren die op de rotsen leven. Dit is een behoorlijk gevaarlijke onderneming.

Na Muxia zijn wij doorgereden naar Fisterra. Daar hebben wij de vuurtoren bezocht en de eerste steen van de Camino gevonden. Dit is km 0.00.

Hier zou bij mooi weer een bijzonder uitzicht zijn, maar vandaag vanwege de laaghangende bewolking was hier niet veel van te zien. Wel waren op de kust een aantal brandplaatsen te vinden waar pelgrims hun spullen verbanden. Ook bij het kruis dat op het uiteinde van de rots staat is een brandplaats.

Na het bezoek aan de vuurtoren van Fisterra zijn wij weer teruggereden naar Santiago. Hiermee is een einde gekomen aan onze pelgrimstocht. Fisterra was de laatste halte op onze reis.

13-05-2016 15:25

Dag 43: 13-05-2016

Even afkicken vandaag. Geen fietsen maar gewoon lopen. Rare gewaarwording.

Vanmorgen werden we wakker en beseften dat wij niet meteen hoefden op te staan om onze spullen bij elkaar te rapen. Wij kunnen vandaag op ons dooie gemak allerlei dingen gaan doen zonder op de fiets te moeten stappen.

Het eerste dat we vanochtend deden was naar het Pelgrimsbureau te gaan om onze Compostela’s te halen. Wij zijn maar vroeg gegaan omdat wij dan niet in de rij zouden hoeven te staan. Bij het Pelgrimsbureau waren om 08.30 uur toch al wat mensen die voor de Compostela kwamen, maar wij waren redelijk snel aan de beurt. Wij hoefden maar 10 minuten te wachten.

Daarna hebben wij ontbeten in een van de vele restaurantjes die Santiago rijk is. Het lijkt heel veel op ons eigen Valkenburg. Overal zie je restaurantjes, bars, cafés en souvenirs zaakjes. Je hebt echt het idee in een toeristenstad te lopen, wat het uiteindelijk ook is geworden.

Na het ontbijt hebben wij bij het Office de Turismo een stadsplattegrond gehaald en zijn wij de stad ingelopen. Er zijn heel veel dingen te zien. Smalle straatjes, veel kerken en casa’s. Tijdens het dolen door de stad werden wij verrast door een manifestatie van schoolkinderen. Waar het nu precies om ging weten wij niet, maar er waren zeker duizend schoolkinderen van allerlei leeftijden die er aan deelnamen.

Rond 11.45 uur wilden wij het Museo de la Catedral gaan bezoeken toen wij er door een Zwitserse pelgrim aan herinnerd werden dat om 12.00 uur de pelgrimsmis zou beginnen. Dus zijn wij eerst naar de mis gegaan. Aan het einde van de mis werd er met het Fumiero geslingerd. Dat was een machtig gezicht. Door zes volwassen mannen werd aan het touw getrokken waardoor het wierooksvat begon te slingeren. Er mocht niet gefotografeerd of gefilmd worden tijdens de mis, maar toen het Fumiero werd geslingerd was de kerk vol met camera’s en telefoons die opnamen maakten.

Na de mis hebben wij het museum dan toch bezocht. Het is best indrukwekkend om te zien welke schatten de kerk in de loop der tijd verzameld heeft. De rijkdom en de macht van vroeger straalt er nog steeds vanaf.

Na het museum zijn wij even gaan “shoppen” in de vele winkeltjes. Toen werd het tijd om toch even een beetje te relaxen en zijn wij naar het hotel gegaan. Straks gaan we nog wat eten en dan op tijd naar bed want morgen moeten wij de bus naar Finisterre halen, want wij willen toch nog even naar het einde van de wereld.

12-05-2016 20:49

Dag 42: 12-05-2016

Vandaag wordt het de laatste dag van onze fietstocht. Dat wil echter niet zeggen dat wij meteen terug komen naar Nederland. Wij blijven nog een paar dagen in Spanje en komen daarna rustig terug. Wij moeten ook een beetje afkicken van alles wat we gedaan hebben. Het is alleen vreemd om nu niet meer op de fiets te moeten stappen en vele kilometers te moeten afleggen.

Maar ja, toen wij vanmorgen vertrokken vanuit Melide was het weer eens aan het regenen. Het was gelukkig alleen maar een beetje miezeren maar je wordt er toch wel nat van. Dus hebben wij maar weer eens de poncho’s aangedaan.

In de hoop dat het vandaag eens een beetje vlak zou zijn gingen wij vanuit Melide eerst een stukje bergaf. Na een korte afdaling van 400 meter moesten wij echter linksaf richting San Martiño. Meteen hadden wij nu alweer een klimmetje. Wij hebben dat klimmetje met goede moed genomen. Na San Martiño moesten we rechtsaf de DP7901 gaan volgen in de richting van Arzúa. Wij kwamen daar door allerlei kleine gehuchten die nauwelijks op de kaart te vinden zijn. Men wilde ons van de grote drukke N547 weghouden. Door de miezerregen was het ook niet leuk om foto’s te maken. Dit heb ik tot een later tijdstip bewaard.

Na Arzúa moesten wij toch enkele kilometers over de drukke N547. Het was inderdaad soms een beetje akelig. De Spanjaarden menen kennelijk allemaal dat zij Fernando Alonso zijn. Er wordt door heel veel automobilisten erg hard gereden en zij nemen in de bochten geen gas terug. Ik was dus blij dat wij bij A Curiscada weer van die weg af mochten de stillere AC240 op in de richting van Touro. In Touro hebben wij even een rustpauze ingelast en koffie/chocomel gedronken. Leuke bijkomstigheid was dat terwijl wij in het café zaten er een automobilist aankwam die ook het café in kwam. Hij liet zijn auto letterlijk gewoon onder kont uitvallen. Wel langs de weg maar midden op de kruising. Even later was er rumoer in de zaak. Wat bleek, de Guardia Civil was bezig met het bekeuren van de auto. Dus toen de Guardia weg was ging de eigenaar van de auto spoorslags naar buiten en verplaatste de auto. Toen een volgende gast binnenkwam, die hetzelfde deed, werd hij er op gewezen wat net gebeurd was. Hij verplaatste zijn auto ook snel.

Na Touro moesten wij nog 28 km fietsen naar SdC. Het voordeel was wel dat het inmiddels gestopt was met regenen, dus konden wij de poncho’s uitlaten. Ik wilde de mijne eerst achterlaten in Touro, maar Ria vond toch dat wij hem moesten meenemen.

Wij hadden al behoorlijk veel klimmetjes gehad en nu kwamen er nog meer bij. Kennelijk was het ons dus niet gegund om rustig naar SdC te fietsen. Het ging steeds maar weer omhoog en omlaag. Hadden wij een afdaling gehad dan kwam niet veel later weer een nieuwe beklimming. Bovendien was er na Touro nergens meer een gelegenheid om iets te eten of te drinken.

Vlak voor SdC werd het nog leuker. De weg over de autoweg was afgesloten. Er werd een nieuwe brug aangelegd. De omleiding was kort maar heftig. De weg daalde eerst 10% en vervolgens ging het weer 10% omhoog. Leek wel een van de 8-banen van de Efteling. Maar toen we deze horde genomen hadden zagen we SdC voor ons liggen. Er volgde even een afdaling en daarna weer een behoorlijke klim naar de stad.

Eenmaal in de stad hebben wij het hotel gezocht waar wij de fietsen moesten inleveren om op transport te gaan terug naar Nederland. In het hotel hebben wij ook meteen een kamer genomen om de nacht door te brengen.

Na een lekkere douche zijn wij even de stad ingegaan voor een verkenning. Morgen kunnen wij de stad uitgebreider gaan bekijken, maar eerst gaan we langs het pelgrimsbureau om onze credencials te laten controleren en de Compostela te krijgen.

Vandaag hebben wij nog 65,3 km toegevoegd aan onze route. Het aantal hoogtemeters voor vandaag staat op 2217 en dat is toch behoorlijk veel. Deze rit zullen wij niet snel vergeten.

11-05-2016 17:47

Dag 41: 11-05-2016

Vanochtend was het droog toen wij opstonden. In de Albergue hebben wij een “klein” ontbijt gehad, waarna wij de fietsen weer hebben beladen en bepakt. Toen ik met mijn fiets wegwilde was ik het sleuteltje kwijt. Even was er paniek, maar de sleutel lag in een stoel in de gemeenschappelijke ruimte. Dus wij konden toch weer op weg.

Wij hadden gedacht dat het vandaag een gemakkelijke rit zou worden, maar niets was minder waar. Het was een behoorlijk zware rit met heel veel klimwerk. Wij kregen op papier zo’n 8 klimmetjes voorgeschoteld met een stijgingspercentage tussen de 5 en 10%.

Er was een klim bij van 12 km lengte. Gelukkig was deze niet zo steil. In totaal hebben wij zeker 30 km moeten klimmen. Er waren ook behoorlijk veel kleine klimmetjes van zo’n 300 meter. Daar tegenover stonden gelukkig twee langere afdalingen zodat wij de accu’s weer een beetje konden bijladen.

Toen wij Sarria verlieten kwamen wij meteen op de grote weg terecht. Die weg hebben wij tot aan Ventas de Narón gevolgd. Tijdens de afdaling van Castro richting Portomarin kwamen wij langs een punt van waaruit wij het stuwmeer in de Rio Miño prachtig konden zien liggen. Ook het grote viaduct was vanaf dit punt goed te zien. Nadat wij via het viaduct naar de overzijde van het stuwmeer waren gegaan moesten wij weer even klimmen. Wij kwamen toen aan de brug (Embalse Belasar) die naar Portomarin leidde. Aan het eind van de brug was een trap met een opvallend poortje. Dit zou een replica zijn van een middeleeuws brugdeel. Om Portomarin te kunnen bereiken moesten wij even een steile helling beklimmen. In Portomarin hebben wij een kop koffie met caminocake genuttigd.

Daarna hebben wij de klim van 12 km naar Ventas de Narón gemaakt. Hier hebben wij de lunch gebruikt. Het was bij dit rustpunt erg druk. Er waren heel veel pelgrims die daar langskwamen. Terwijl wij daar zaten vertrok een groep Japanse pelgrims, maar voordat die vertrokken werden er verschillende rek- en strekoefeningen gedaan. Wel zo verstandig.

Toen wij weer verder gingen kwamen wij terecht tussen de wandelaars. Nu bemerkten wij eigenlijk pas hoeveel wandelaars er onderweg zijn naar Santiago. Het was voor ons extra uitkijken geblazen. Bij de Meson de Brea zouden wij het Caminopad moeten gaan volgen. Dit was echter ondoenlijk omdat het een smal pad is van grind en modder. De wandelaars zouden dan veel last van ons hebben. Dus hebben wij gekozen voor de N547, de grote weg naar Palas de Rei. Nu komen wij tot de conclusie dat Rob en Marlies Selker daadwerkelijk een grootse prestatie hebben geleverd om deze tocht in 100 dagen vanuit Geleen te doen. Wij hebben de paden gezien waarover “gelopen” moet worden.

In Palas de Rei hebben wij de fietsroute weer opgepakt. Nu was het nog 15 km langs de N547 fietsen tot aan Melide. Op deze weg bleek dat de vrachtwagenchauffeurs alert zijn op ons, want toen wij aan het klimmen waren kwamen er twee vrachtauto’s tegemoet waarvan de chauffeurs aan het klappen waren toen zij ons zagen. Leuk toch om dit te zien.

In Melide hebben wij een slaapplaats voor vannacht gezocht en wederom gevonden. Het is ons tot op heden steeds gelukt om een slaapplaats te vinden, hopelijk lukt ons dat morgen in Santiago ook.

Vandaag hebben wij 62.4 km gefietst in goed weer. Het weer vandaag was prima. De zon scheen, maar het was gelukkig niet te warm. Zo zou het altijd moeten zijn.

10-05-2016 18:19

Dag 40: 10-05-2016

Wat ons vandaag te wachten stond wisten wij nog niet toen wij na een flink ontbijt op de fietsen stapten. Het was in ieder geval droog toen wij vertrokken. Het ging meteen al bergop, maar de stijging was nog niet zo erg. Na enkele kilometers begon het echter steeds meer te stijgen en werd er dus ook meer inspanning van ons verwacht. Wij haalden een paar fietsers in en dat was een prettig gevoel. Voor ons zagen wij wel veel viaducten waarover het autoverkeer hun weg zocht. Gelukkig eigenlijk want als al dat verkeer over de weg moest die wij aan het fietsen waren dan zou het wel erg gevaarlijk worden.

Onderweg passeerden wij twee vrouwen die met de mountainbike op weg waren. Zij bleken uit Venezuela te komen. In de loop van de dag zijn wij hun op dezelfde berg nog een paar keer tegengekomen. Ook ontmoetten wij drie mannen en een vrouw, die ook op mountainbikes onderweg waren, die uit Colombia kwamen. Zij waren allemaal zonder overbodige bagage onderweg. De koffers/rugzakken werden door een auto van plaats naar plaats gebracht. Dus het enige wat zij bij zich hadden was dat wat ze onderweg nodig zouden kunnen hebben.

Na zo’n 14 kilometer behoorlijk geklommen te hebben kwamen wij in Puerto Pedrafita. In die plaats hebben even pauze gemaakt om op adem te komen voor de laatste 3 kilometer naar de top in Cebreiro die op 1300 meter hoogte zou liggen. Ik heb mijn bandana gewisseld omdat de eerste doornat was van het zweten. Na de koffie konden wij de poncho’s aan doen want het begon voor de afwisseling maar weer eens te regenen.

Vervolgens hebben wij de klim naar Cebreiro weer opgepakt. Dit laatste stuk van 3 kilometer bleek wel het zwaarste stuk met een stijgingspercentage van 9%. Maar bovenop de top was het wel de moeite waard. Het uitzicht ter plaatse was werkelijk schitterend. Wij hadden geluk dat er bijna geen laaghangende bewolking was die het zicht belemmerden. Na Cebreiro dachten wij aan de afdaling te kunnen beginnen, maar dat was een beetje te vroeg. Er volgden nog twee behoorlijke klimmetjes. Wij moesten nog 7 kilometer lang klimmen om tot aan Alto do Poio te geraken. Daar was uiteindelijk ook het hoogste punt op 1335 meter.

In Alto do Poio hebben wij geluncht. Tijdens de lunch spraken wij met een Belg die in eerste instantie dacht dat wij uit Frankrijk kwamen. Wij hebben hem maar snel duidelijk gemaakt dat wij uit Nederland kwamen. Aan tafel bleek ook een jonge vrouw uit Groningen te zitten. Zij was op 8 april vanuit St.Jean Pied de Port vertrokken en hoopte a.s. zaterdag in SdC te zijn want dan had zij haar vlucht naar huis. Het was leuk om weer even Nederlands te spreken.

Na de lunch ging de afdaling van 12 kilometer echt beginnen. Na 1 kilometer sloeg het noodlot toe. Ria had een lekke voorband. De band liep langzaam leeg. Dus zijn wij gestopt om de band te vervangen. Daarbij bleek dat ik twee verkeerde binnenbanden bij me had. De ventielen van de binnenbanden pasten niet in de opening in de velg. Hoe dit kan weet ik niet. Dus moesten wij two-end-band gebruiken. Reparatie van de oude band was niet mogelijk omdat het ventiel afgebroken was. Na de band vervangen te hebben zijn wij verder de berg afgefietst. In Samos zijn wij nog even gestopt om iets te drinken en daarna nog 1 kilometer van 9% te maken naar Sarria waar wij vannacht zullen slapen.

In Sarria hebben wij getracht een fietsenwinkel te bezoeken. Het was niet moeilijk om er een te vinden, maar hij bleek, net als veel andere winkels, gesloten te zijn. Dus moeten wij het later nog maar eens proberen.

Uiteindelijk hebben wij het vandaag toch redelijk droog gehouden. Er is maar een beetje regen gevallen tijdens de beklimming. De rest van de dag is het bij een beetje dreigen gebleven. Wij hebben 61.5 kilometer afgelegd en het einde van onze tocht begint in zicht te komen. Vandaag in ieder geval de 2500 km gepasseerd.

Ondanks de lekke band willen wij even vermelden dat Ron en Anja Stijns van Cycle Service Ron Stijns VOF uit Berg en Terblijt onze fietsen uitstekend hebben voorbereid voor deze tocht. Wij hebben geen noemenswaardige problemen ondervonden. Waarvoor onze dank.

09-05-2016 17:31

Dag 39: 09-05-2016

Wij hebben ons nog even omgedraaid in bed, maar slapen lukte niet meer. Om 7.15 uur zijn we dan maar opgestaan hebben ons gewassen en zijn aan het ontbijt gegaan. Vandaag zal het een bijzondere dag worden want wij zullen volgens alles het hoogste punt van onze reis halen. Dit zou het Cruze de Fierro moeten zijn.

 Omdat wij fris aan de laatste beklimming konden beginnen en de accu’s van de fietsen vol waren was het een koud kunstje om boven te komen. Bij het Cruze de Fierro bleek het erg druk er waren meerdere pelgrims die hun steentjes kwamen brengen. Wij hebben de mergelblokjes, die we vanuit Vilt meegenomen hadden, aan de voet van het kruis neergelegd.

Na even bij het kruis te hebben stilgestaan zijn wij weer verder gegaan in de richting van Manjarin. Het begon ook weer te regenen. Dit “dorpje Manjarin” was een ruïne met slechts één huisje dat nog “bewoond” werd. Wij waren er door voordat wij het in de gaten hadden.

Vervolgens zijn wij via de Irago-pas aan de afdaling naar Molinaseca begonnen. Dit was bijna 15 km aan een stuk dalen. Wel kwamen wij door een klein dorpje Riego de Ambrós. Daar was de weg erg smal doordat er aan de huizen veel balkonnetjes waren die over de weg staken. Hier moesten we ook extra voorzichtig zijn omdat het wegdek uit beton met keien bestond. Door de regen was dit spekglad. Hierna konden we iets sneller naar beneden gaan, maar het bleef echter wel uitkijken geblazen want de weg was nat en er waren veel gaten in het wegdek.

De afdaling op zich was wel spectaculair door het uitzicht. De regen was aan de andere kant van de berg gestopt en de wolken waren na enige tijd ook opgetrokken.

In Molinaseca zijn wij voorbij de pelgrimsbrug even gestopt om een kopje koffie te drinken. Daarna ging het weer verder in de richting van Ponferrada. Deze stad hebben wij wonder boven wonder op vrij simpele wijze kunnen doorkruisen. Er waren verschillende mooie dingen om te bekijken, zoals de burcht aan het begin van de stad. In het stadhuis hebben wij bij de politie een stempel in onze credencials gekregen.

Vervolgens zijn wij via verschillende plaatsjes naar Villafranca del Bierzo gefietst. Langs deze route waren een aantal leuke dingen te zien, maar door de regen, die inmiddels alweer viel, hebben wij niet al te veel stilgestaan. Omdat wij morgen weer een flinke klim moeten maken hebben wij besloten om door te fietsen tot aan Vega de Valcarce. Daar hebben wij een slaapplaats onder de brug gevonden.

Toen wij op ongeveer 10 km voor Vega de Valcarce waren werden wij gebeld door zus Jeanine die even wilde horen hoe het ermee stond. Na wat wetenswaardigheden te hebben uitgewisseld werd weer afscheid genomen.

Vanavond moeten wij op zoek gaan naar een restaurant waar wij het diner kunnen gebruiken. Wij hopen althans dat er in dit dorp een eetgelegenheid is. Dus wens ons maar succes met het zoeken.

Wij hebben vandaag 70.7 km gefietst in wisselende weersomstandigheden. Na vandaag hebben wij nog zo'n 190 km te gaan. Wij hopen op donderdag in SdC aan te komen.

08-05-2016 15:58

Dag 38: 08-05-2016

Moederdag! Vandaag toch even een beetje aan Moederdag gedacht. Ria werd door mij met een  kusje wakker gemaakt. Het was helaas niet mogelijk om bloemen of een ontbijt op bed te regelen, dus heeft ze het met die ene kus moeten doen.

In de auberge waar we nu verbleven kregen wij geen ontbijt. Daar moesten wijzelf maar voor zorgen. Gelukkig was er wel een waterkoker. De thee konden we dus zelf maken en wat stokbrood van vrijdag hadden wij ook nog. Dus werd het op de kamer vlug een beetje eten.

Toen wij vertrokken regende het, dus de poncho’s en de regenbroeken moesten weer aan. In eerste instantie ging het over geasfalteerde wegen, maar al snel moesten wij weer een grindpad volgen. Dat was nu het regende een verschrikking. Door het water was alles nog eens zo glad als dat het al was met droog weer. Het was dus rustig aan doen.

Gelukkig kwam hier ook weer een einde aan en konden wij weer over het asfalt verder. Bij de rotonde voor Puente de Órbigo kwamen wij alweer een grote groep wandelaars tegen. Die waren kennelijk net gestart. Om door Puente de Órbigo heen te kunnen moesten wij over de brug van de Rio Órbigo. Dit is een beroemde pelgrimsbrug en uniek vanwege zijn 18 stenen bogen en onregelmatige vormen. Na deze brug en enkele kronkelige weggetjes door het dorp kwamen wij op de lange weg richting Astorga. Door de regen en de wind was dit geen pretje, maar gelukkig konden wij na ongeveer 7 km rechtsaf buigen en kregen wij de wind en de regen een beetje in de rug. Daarna was het goed te doen.

In Astorga moesten we even een steil klimmetje doen, maar boven op de klim konden wij een kopje koffie en warme chocolade krijgen. Omdat het Moederdag was trakteerde ik Ria, en mezelf ook, op een croissantje met chocola.

Hierna hebben wij de poncho’s weer aangedaan en zijn wij verder gefietst, nadat we eerst nog een stempel hebben gehaald in de kathedraal van Astorga. Vanaf Astorga (870m) ging de weg weer stilletjes omhoog tot aan Castrillo de Polvazares. Na dit plaatsje begon de weg echt te stijgen tot wij bij Sta. Catalina de Somoza (1015m) kwamen waar wij geluncht hebben. Hierna ging het gestaag omhoog tot even voorbij het plaatsje Rabanal (1150m). Vanuit Rabanal was het 6 km flink klimmen naar Foncebadón (1430m). Wij hebben het vanaf Sta. Catalina gelukkig droog gehouden en bij Foncebadón hebben wij een slaapplaats gezocht en gevonden. Wij hadden vooraf afgesproken dat wij tot Foncebadón zouden gaan vandaag. Gelukkig ook maar want wij waren net op de kamer toen het buiten weer flink begon te regenen en de berg helemaal in de mist gehuld werd.

Nu gaan we genieten van de rust en een kop koffie. We hebben 53.4 km gefietst. Morgen zullen we proberen de top van de Cruze de Fierro op 1504 meter hoog te bereiken. Daarna volgen de Manjarin en de Irago-pas. Dus moeten wij dan onze batterijen (fiets en fysiek) hebben opgeladen.

De beklimming van de Cruze de Fierro wil Ria als eerbetoon opdragen aan Elma van Oudheusden.

07-05-2016 16:31

Dag 37: 07-05-2016

Vanmorgen schrokken wij om 7.45 uur wakker. Wij moesten ons nu haasten want om 8.00 uur was het ontbijt. Na het ontbijt hebben wij alle spullen bij elkaar gezocht en de fietsen een beetje schoongemaakt met een zachte bezem. Daarna konden wij vrolijk vertrekken in de richting van Trobajo del Cerecedo waar wij een afspraak hadden met Martin en Mien.

Toen wij vanmorgen naar buiten keken scheen de zon, het was gelukkig droog en er was geen regen meer. Bij ons vertrek kwamen wel uit de richting van León donkere wolken aandrijven, maar die hebben geen regen gebracht. Het is de hele dag droog gebleven.

Omdat de afstand naar Trobajo zo’n 25 km zou zijn, hebben wij rustig aan gedaan. Toch waren wij erg vroeg in dat plaatsje. Wij hadden net de kerk gevonden en wij spraken er over dat wij maar moesten sms-en dat wij al eerder de op de plaats van de afspraak waren. Maar wat schets onze verbazing: komt er een witte auto tegemoet, die begin te knipperen met zijn grote lichten en te claxonneren. Dan gaat het raampje open en zien wij de lachende gezichten van Martin en Mien. Ook zij waren aan de vroege kant. Door “toeval” waren wij beiden op hetzelfde moment op dezelfde plaats.

Wij hebben een bar opgezocht en daar onder genot van een kop koffie lekker zitten kletsen. Het was gezellig om even “plat te kinne kalle mit Limburgse luuj”. Wij werden door Martin vrijgehouden. Hij wilde persé trakteren op koffie. Na 1,5 uur gezellig bij elkaar gezeten te hebben ging het voor ons weer verder op de fiets, terwijl Martin en Mien per auto verder gingen in de richting van SdC.

Terwijl wij in de bar zaten zag Ria plots onze Antwerpse collega fietser van gisteren voorbij fietsen. Hij was dus vanmorgen ergens achter ons gestart. Helaas zijn wij hem vandaag niet meer tegengekomen.

Wij hebben de stad León gelaten voor wat het was en een afkorting genomen voor de stad langs. Na enkele kilometers werd het tijd om ergens iets te eten. Dat hebben wij dan ook maar gedaan. In de bar waar wij zaten was ook een “vrijgezellenfeestje”. Dus ook hier kennen zij dat fenomeen.

Na het eten zijn wij richting Santovenia gefietst. De eerste kilometers voerden nu door een paar kleine dorpjes, maar na enige tijd kwamen we weer op de lange rechte wegen (lijken wel polderwegen) door het veld. Nu was er geen regen maar wel wind. We hadden weer eens de wind tegen. Jammer genoeg zijn dit minder leuke stukken om te fietsen, maar dat hoort er nu eenmaal ook bij. De laatste 3,5 km mochten wij het pelgrimspad volgen over een grindweg. Hier was echt sprake van grind met grote en kleine keien die allemaal los lagen. Lekker voor de banden en het zitvlak.

Omdat wij de laatste dagen nogal veel kilometers gemaakt hadden zijn we vandaag iets eerder gestopt en na 59,3 km hebben wij een slaapplaats opgezocht in de Albergue Santa Lucia in Villavante.

06-05-2016 17:21

Dag 36: 06-05-2016

Gisteravond bij het avondeten hebben wij aan tafel gezeten met 2 Amerikaanse echtparen en 2 Finse dames. Die waren de camino aan het lopen. De Amerikanen waren gestart in St.Jean Pied de Port, terwijl de Finse dames in Burgos gestart waren. Zij lieten hun bagage nabrengen en hadden alleen een kleine rugzak. Het was best gezellig.

Regen! Vandaag voor de eerste keer regen in Spanje, dus bij het vertrek moesten al meteen de poncho’s en de regenbroeken aan. Vanuit de rural zijn wij vertrokken naar het dorpje Carrión de los Condes dat op 5 km afstand ligt. Daar hebben wij bij de bank geld uit de muur gehaald en inkopen gedaan. Hierna zijn wij met een klein beetje moeite de plaats uit gefietst en hebben wij de route weer opgenomen.

Vandaag zou het een saaie route worden volgens het routeboekje. Er zijn ellelange wegen te gaan en de mogelijkheden om iets te drinken of te kopen langs de route zijn beperkt tot een plaats, namelijk: Calzadilla de la Cueza. Dus waren wij voorbereid op een moeilijk traject. De eerste 12 km mochten wij nog over een verharde weg fietsen, daarna begon een grindpad dat ook door de wandelaars gebruikt werd. Dit grindpad moesten wij 12 km lang volgen. Dit was erg lastig fietsen, de grond was soms erg drassig met veel kuilen en de wandelaars gebruikten de hele weg. Dus het was steeds uitwijken voor de kuilen en de wandelaars.

Na het dorpje Calzadilla kregen we het weer gemakkelijk. Wij konden de N120 volgen over de rijbaan, terwijl de wandelaars links van de weg over het grindpad liepen. Het was nu blik op oneindig en fietsen maar. De regen bleef onverminderd vallen en de fietsen werden heel smerig.

Toen wij het plaatsje Sahagún naderden zagen wij voor ons een eenzame fietser. Toen wij hem ingehaald hadden bleef hij achter ons fietsen. Op een gegeven ogenblik zei hij in het Vlaams: Het is makkelijk achter jullie uit de wind te fietsen. Het bleek een Belg uit Antwerpen te zijn. Hij was in Pamplona gestart omdat het starten in St.Jean Pied de Port die dag niet mogelijk was in verband met het weer. Er zijn toen volgens hem ook verschillende pelgrims per helikopter geëvacueerd. Dit alles hebben wij gelukkig niet meegekregen. In Sahagún hebben wij samen met de Belg iets gegeten.

Daarna gingen wij ieders onze weg. Wij hebben een tijdje achter hem gefietst tot hij bij een kapelletje stopte. Daarna hebben wij hem niet meer gezien.

Het routeboekje geeft na Sahagún aan dat het nu verder gaat over het fascinerende Castiliaanse hoogland, uitgestrekt en verlaten op dromerige dorpjes na. Dit hebben wij echter niet als fascinerend ondervonden. Door de regen en de eindeloos lange weg was het niet echt leuk om te fietsen. Behalve enkele pelgrims kwamen wij niets tegen. Het was echt gewoon trappen en doorgaan.

Gisteravond werden wij verrast door sms’je van Martin en Mien uit Ransdaal. Zij waren nu in de “buurt” van León en wilden ons zaterdag ergens ontmoeten. Na wat uitzoekerij gaan we proberen elkaar te ontmoeten in het dorpje Trobajo de Cerecedo. Omdat wij dit dorpje dus op zaterdagmorgen moeten bereiken was het nodig om vandaag tot aan Mansilla de las Mulas te komen. Dit is ons gelukt. Wij hebben hiervoor wel 85,7 km moeten fietsen in de regen. Het laatste stukje was het iets droger. Wij waren net op tijd in Mansilla, want toen begon het even heel hard te regenen. Wij konden gelukkig schuilen.

In verband met de regen hebben wij vandaag maar weinig foto’s gemaakt. Dit halen wij echter wel weer in.

05-05-2016 17:05

Dag 35: 05-05-2016

Hemelvaartsdag! In Spanje is het ook een feestdag vandaag. Dat is ook te merken aan het verkeer. Vandaag eens niet zoveel vrachtverkeer als alle andere dagen. Heerlijk rustig op de weg.

Toen wij vanuit Estepar vertrokken kregen wij meteen een paar klimmetjes. Tot aan het eenzame kruis, dat de kruising markeert waar de pelgrims richting Castrojeriz moeten afslaan, was het toch maar steeds omhoog, hetgeen wel goed te verteren was. Daarna ging de hele tijd redelijk vlak. Er waren stukken bij die lekker bergaf gingen.

Vlak voordat wij het kruis bereikten werden wij ingehaald door een bus. Die bus stopte een kilometer verderop. Er werd een horde “pelgrims” uitgeladen. Al deze mensen liepen het pad op dat de pelgrims moeten lopen. Wij weten niet of het pelgrims waren of dat er sprake was van een uitstapje van ouderen.

Bij het plaatsje Hontanas hebben wij gezocht naar de oude fundamenten van een oude pand. Die hebben wij niet kunnen vinden. Wij hebben er even verpoosd. Terwijl wij daar zaten kwam een groep verstandelijk gehandicapten langs die kennelijk ook aan een stuk van de Camino bezig waren.

De route vandaag was niet zo saai als de vorige dagen. Wij kwamen vandaag heel veel pelgrims tegen en hebben tig keren “buon camino” geroepen. Ook waren er meer dorpjes waar leuke dingen te zien waren. Wij kwamen o.a. langs de boog van San Antón. Die was werkelijk prachtig.

Daarna ging de weg door naar Castrojeriz. De weg daarheen was omgeven door een mooi afwisselend landschap. Alleen toen wij door het plaatsje heen moesten laveren kreeg ik bijna een paniekaanval. Alle steegjes en paadjes hebben wij gezien. Er waren ook veel trappen. Het is een crime om in dit land door de dorpjes te fietsen. De GPS kan de verplaatsingen niet bijbenen. Maar niet getreurd wij komen er altijd wel weer uit.

Nadat wij Castrojeriz verlaten hadden gingen wij weer langs de velden die links en rechts de weg omzoomden. Het landschap is licht glooiend en de wegen zijn eindeloos lang. Uiteindelijk kwamen wij bij de brug over de Rio Pisuerga. Deze brug van twaalf bogen wordt in de Codex Calixtinus vermeld als de Pons Fiteria. Dus hebben wij bij deze brug maar geluncht.

Nadat wij de brug van de Rio Pisuerga gepasseerd waren zagen wij links van de weg een stenen watergoot lopen. Deze watergoten zagen wij de hele weg over de velden lopen. Of deze goten nog in gebruik zijn weten we niet. Zij zagen er wel verweerd uit. Naar alle waarschijnlijkheid hebben zij in het verleden dienst gedaan als irrigatiekanalen.

Vlak voordat wij Frómista bereikten kwamen wij het Canal de Castillo. Dit was een imposant gezicht.

Na Frómista zijn wij lekker doorgefietst door een paar kleine dorpjes en kwamen uiteindelijk aan in het plaatsje Villalcäzar de Sirga. Daar hebben wij onze tenten voor vannacht opgeslagen. Wij hebben het vandaag op 69.9 km gehouden. Ria wilde eigenlijk 100 km doen, maar ik heb haar daar maar vanaf gehouden. Het weer was vandaag heel goed om te fietsen. Het was bewolkt maar de temperatuur was aangenaam.

Doorzoek de website

Contact

Santiago de Compostela 06-13405067